#de mooiste 2023
Januari 2023;
Ingeschreven voor de marathon van Rotterdam. Check!
Mijn 3e marathon ooit. Vorig jaar mijn debuut tijdens de Rotterdam editie. En die ging boven mijn verwachting super goed. Finishen binnen 3 en half uur. Dus dit jaar op herhaling. Natuurlijk wil je proberen een PR te lopen. Maar kan ik dat wel van mezelf verwachten. Zit dat er überhaupt in? Met 48 jaar word ik er ook niet jonger op, laat staan sneller! Aan de basis van mijn goede debuut lag toch wel het trainingsplan van trainer Rolf Burke. Daarmee heb ik vorig jaar de nodige trainingshardheid opgebouwd. Terugkijkend daarop; misschien stond ik niet helemaal goed uitgerust aan de start. Datzelfde gevoel had ik ook bij mijn 2e marathon in het najaar van 2022 in Spijkenisse. Daarbij komt nog het feit dat ik mijzelf als doel heb gesteld om in 2023 een hele triatlon te willen voltooien. Kortom; Hoe past een marathon van Rotterdam in mijn 2023 trainingsplan als opmaat naar de hele triatlon???? En dan wil ik ook nog een PR lopen in Rotterdam. Om te kunnen presteren stel ik mezelf altijd een doel met een uitdaging. Maar is het doel dat ik nu overweeg überhaupt realistisch. Na een analyse van seizoen 2022 heb ik geconcludeerd dat het haalbaar zou moeten zijn wanneer ik meer tijd besteed aan herstel. In 2022 heb ik me als een jonge hond laten verleiden om mee te doen aan te veel wedstrijden tijdens mijn trainingsplan. Het resultaat van te weinig herstel was dat ik halverwege het seizoen al was opgerookt. Ik heb het seizoen daarnaast ook nog onnodig langer gemaakt door mezelf wijs te maken dat ik het seizoen in stijl moest afsluiten met de marathon in Spijkenisse. Ik snakte naar rust. En begin december mocht er eindelijk gerust worden.
2 januari 2023 was trainingsdag 1 van mijn nieuwe trainingsplan voor de hele triatlon. 2 juli 2023 sta ik aan de start van de triatlon in Gravelines (Duinkerken, Noord-Frankrijk). De marathon van Rotterdam op 16 april dient als opmaat voor de triatlon. Op basis van de ervaring van vorig jaar heb ik mezelf voorgenomen om met dezelfde gemiddelde hartslag te gaan lopen. Zou dat betekenen dat ik ook dezelfde snelheid moet gaan lopen? Of zou ik met dezelfde hartslag sneller kunnen lopen en dat met een gepolariseerd trainingsplan? Tijdens de langzame duurlopen haalde ik binnen enkele weken al wel weer mijn gebruikelijke tempo en hartslag. De intervalblokken rond in tempo rond 4:20 a 4:25 min/km waren pittig. En dat is nog maar training. Hoopvol monitor je de trainingsresultaten en merk je voorzichtige vooruitgang. En op basis van die resultaten had ik doorgerekend dat ik een marathon rond tempo 4:45 min/km zou moeten kunnen lopen. Maar als de trainingen al zwaar waren…, hoe hou je dat tempo dan een hele marathon lang vol??? Zou de taper dan zorgen voor voldoende herstel dat je dusdanig uitgerust bent? Je hoort en leest weleens van anderen over het ervaren van supercompensatie! Nou…die is dan heel erg welkom.
Begin april 2023;
In het kader van: ‘wie niet waagt…’
Ik heb 3 marathonschema’s met tussentijden uitgewerkt met bijbehorende tempo’s 4:40, 4:45 en 4:50 min/km. Deze heb ik opgeschreven op sporttape om op de binnenkant van mijn onderarmen te kunnen plakken.
Tijdens een 10km Roparuntraining op 3 april heb ik geprobeerd om deze tempo’s te lopen. Het kostte nog wel de nodige moeite maar gelet op mijn hartslag was er ruimte voor voorzichtig optimisme. Maar ik was me er wel van doordrongen dat ik afhankelijk was van hoe uitgerust ik aan de start zou staan. En wat zou de invloed zijn van de weersomstandigheden? Je kijkt 3x op een dag of de weersvoorspelling voor 16 april is gewijzigd. Een beetje wedstrijdspanning is natuurlijk goed.
Het zorgt ervoor dat je de taperperiode in een soort plastische ‘State of mind’ komt waarin je geforceerd probeert een balans te vinden in ‘toch nog blijven sporten’ en ‘voldoende slaapt en rust’. Het weekend voor de marathon als begeleider meegaan met een grote groep uitbundige pubers naar een voetbaltoernooi resulteert niet in voldoende nachtrust.
Het beoogde marathontempo spookt in mijn hoofd. Hoe kom ik er überhaupt bij dat ik een dergelijk tempo zou kunnen lopen??? Misschien kan ik iets sneller dan vorig jaar maar toch zeker geen 13 seconden per kilometer???!!! Maar de data zegt dat ik het wel zou moeten kunnen!
De laatste dagen voor de marathon let ik goed op wat ik eet en drink. Veel groenten en fruit en de laatste 2 dagen vrijwel geen vezels en meer nadruk op snelle koolhydraten. De laatste nachten is mijn HRV in orde dus mijn hormonen komen ook in balans. 2 dagen vooraf nog een laatste rondje fietsen om de beentjes in beweging te houden. Natuurlijk ga ik weer veel te hard dan gepland. Dan slaan we de zwemtraining maar een keertje over. Rusten is nu hoofddoel.
15 april;
De dag voor de marathon even sfeer proeven in de stad. Er is volop drukte en rumoer in het rond het centrum. Op de Coolsingel zijn er al volop hardlopers vanwege de diverse zaterdagwedstrijden. Bij het WTC is het een komen en gaan van mensen, waaronder ikzelf, die hun startnummer gaan ophalen. Als dit een voorbode is voor de zondag dan wordt het een drukbezochte editie. En zouden dezelfde weersomstandigheden ons gegund worden? Maar ‘s avonds laat blijkt dat het fijne voorspelde weer is aangepast naar bewolking met kans op regen. Windkracht 3 NNW. Betekent dat ik ook nog een regenjasje aan moet??? Alle spullen liggen klaar. De startnummers zijn op het shirt gespeld. Sportvoeding is gemixt. Schoenen zijn er klaar voor. De benen voelen nog wat onzeker of beter gezegd rusteloos. Vroeg slapen.
16 april,
07:00 uur gaat de wekker. Wedstrijddag!!!
De benen voelen oké. Dat is al iets! Eerst ontbijten en koffie. Dan begint het voorbereidingsritueel van het aankleden. Er is geen stress. Berusting tussen de oren. Dat was vorig jaar wel anders.
8:10 uur stappen we in de auto. Op weg naar Metrostation Rhoon. In de auto geniet ik nog even van de rust en het landschap. Dat zal straks wel anders zijn. Fijn om niet te moeten stressen bij het zoeken naar een parkeerplaats.
08:48 uur de metro naar Beurs. Her en der wat plukjes hardlopers met aanhang. We kunnen gewoon zitten in de metro. Stilte voor de storm, zo blijkt. Eenmaal uitgestapt bij Beurs komen we in een enorme menigte van hardlopers terecht die zich langzaam naar de uitgang begeeft richting Maritiem Museum. Eenmaal bovengronds blijkt het licht te regenen. Nog een laatste bak koffie en dan gaat het trainingspak uit en de vuilniszak aan. Nog even een plasje. Een laatste foto. En een kus van Bianca en Hannes alvorens het startvak 2 in te lopen.
9:55 uur: Lee Towers zet het ‘You’ll never walk alone’ in. Onverwachts toch weer een kippenvel moment. Geweldig wanneer iedereen om je heen meezingt. Zelfs lopers afkomstig uit landen aan de andere kant van de wereld zingen gezellig mee.
Precies om 10:00 uur worden de lopers uit startwave 1 wegge….. zoemt. GEEN KANONSCHOT!!!! Een buzzer. Wat een afknapper.
Wij mogen oplopen naar de startstreep. Ik kan bijna niet meer wachten om van start te gaan. Op de linker rijbaan probeer ik me tussen de lopers door meer naar voren te wurmen zodat ik meer vooraan kan starten. Ik houd de pacers van 3:20 in de gaten die op de rechter rijbaan lopen. De benen voelen goed. Maar ik ben een beetje angstig om direct de Erasmusbrug op te moeten rennen. De vorige keer kostte dat toch wat meer moeite dan gedacht.
10:07 uur: En we zijn los! Geweldig. Ik haak direct aan bij een loper die een lekker tempo heeft.
Dit keer ga ik als een hinde de brug op. Rechts van mij zie ik de 3:20 pacers. Maar onderaan heb ik de binnenbocht. Ik geniet van het aanmoedigende publiek. Beneden aan de brug, op het Wilhelminaplein, klinkt een overweldigend kabaal en geschreeuw van supporters langs het parcours. Ik probeer mijn supporters Bianca en Hannes te spotten. Snel nog even de buitenbocht voor een high-five. En dan de Laan op Zuid op. Mee in the flow. Ik kijk op m’n klokje. Het gaat direct hard. Ik zit direct in het doeltempo. En het voelt goed! Het voelt heel goed. De pacers zitten een stukje achter me. Een kleine glimlach. Ik haak aan bij de loper die ik de komende 5 kilometer ongemerkt zal stalken. Bij 5 kilometer punt zoek ik tussen het publiek naar de TVHW’ers die de moeite hebben genomen om de lopers aan te komen moedigen. Helaas heb ik ze niet gespot. Maar ik weet dat ze er staan. Dat is al voldoende support voor mij.
Bij het eerste meetpunt op 5 kilometer geeft de klok 0:29:24 aan. 7 minuten aftrekken is 0:22:24. Sneller dan de uitgerekende tussentijd. Lig ik voor op mijn schema? Het gaat voor mijn gevoel dan ook uitstekend. Het weer is top. Weliswaar bewolkt, maar geen regen. Ook geen zon maar dat hindert niet. De temperatuur is uitstekend. De sfeer onder de lopers is geweldig. De koortjes en bandjes langs de kant van de weg zetten ook hun beste beentje voor. Het publiek doet uitstekend hun best om iedere loper aan te moedigen. Het is een geroeptoeter van verschillende namen. Ik luister of ik mijn naam ook hoor.
Het 10 kilometer punt nadert. Snel een slok voeding erin. Maar ik bespaar me de moeite om een extra bekertje drinken aan te nemen van een vrijwilliger. Waar is de klok? Shit ik heb de klok gemist. Lichte paniek. Wat is mijn tussentijd? Oh ja…ik heb een horloge om. Die laat 0:46:42 zien. Boven op mijn vooraf uitgerekend tussentijd.
Eenmaal op het lange fietspad langs de A15 valt het mij op dat er overal mensen staan. Het is drukker dan het jaar ervoor. Ik weet dat er hier altijd veel Hoeksche Waarders staan om hun lopers aan te sporen. Ik herken hier en daar een enkeling aan zijn of haar gezicht. Inmiddels ben ik een andere loopster aan het stalken. Geel shirt. Ik vermoed een deelneemster aan de ‘Two Oceans marathon’. Die zal dit tempo dus wel vol kunnen houden tot aan de finish. Bij het tweede tunneltje hoor ik eindelijk mijn naam. Daar staat een van mijn supporters met zijn fiets aan de ene hand en zijn filmende iPhone in de andere hand. Het moment is in luttele seconden voorbij maar ik kan de komende minuten teren op die extra adrenaline. Niet veel later draaien we rechtsaf Slinge op. Tjemig de Pemig! Wat een drukte. Wat heerlijk. Mijn ogen schieten van gezicht naar gezicht. Ze zeggen weleens dat mensen kijken zo leuk is. Het is iets minder leuk als het zo snel gaat, ha, ha. Ergens tussen de drommen mensen moet mijn thuispubliek staan. Zou het Bianca en Hannes gelukt zijn om zich naar voren te wurmen? Ja hoor. Van ruime afstand herken ik de voor mij zo vertrouwde gezichten tussen de honderden andere onbekenden. Het lukt mij om me links te positioneren voor de gebruikelijk high-five, lach en handkus. Vervolgens direct rechtsaf het ‘lusje van Slinge’. Op weg naar een nieuwe tussentijd. Ik loop rechts van de middenberm. Aan de andere kant lopen de lopers voor mij in tegengestelde richting. Niet veel later zal ik daar lopen. Aan die kant spot ik ook de tijdregistratie. Die geeft inmiddels 01:13: nogiets’ aan. Maar ik heb nog even te gaan voor ik daar ben. Net voor de U-turn posteer ik me link zodat ik de binnenbocht heb. Ik hoor mijn naam weer. Daar is mijn fietsende supporter weer. ‘Je gaat fantastisch’ roept hij. Wat een fijne vent. Aan de overkant zie ik de 3:20 pacers lopen. Nog steeds achter me dus. Ik schat in dat ze ongeveer 1 minuut achter me zitten. Bij de tijdmeting van 15 kilometer staat de klok op 01:17:36. Minus 7 minuten leert mij dat ik inmiddels 1 uur en tien minuten aan het lopen ben. Mijn horloge bevestigt dit met 01:10:22. Dat is 22 seconden boven mijn uitgerekende tussentijd. Huh? Wat is er met mijn opgebouwde marge van de eerste kilometers gebeurd? Geen tijd om na te denken. Ik kom weer in de buurt van Metrostation Slinge dus ik moet opletten. Hannes en Bianca staan daar alweer te wachten om me aan te moedigen. Nog een high-five, en door!
Dan komt het traject via Oldegaarde, over Vaanweg, langs Ahoy en Zuidplein. Zelfs op dit stuk na Zuidplein staat er publiek terwijl dat voorgaand jaar rustig was. Ik blijf mij focussen op de ideale looplijn. Vorig jaar had ik namelijk 500 meter meer gelopen dan de marathonafstand van 42,2 kilometer. Dus ik probeer van binnenbocht naar binnenbocht te lopen. Eenmaal op de Brielselaan merk ik de eerste signalen van vermoeidheid. Ik wil niet toegeven op mijn tempo maar het gevoel op dat moment voorspelt mij al dat ik daar niet aan ga ontkomen. Maashaven komt in zicht. Ik hoop dat Bianca en Hannes genoeg tijd hebben gehad om met de Metro van Slinge naar Maashaven te komen. Maar de gezichtjes werken als een magneet op mij waardoor ik ze alweer snel heb gespot. Ze roepen me toe dat het fantastisch gaat. Blijkbaar baseren zij zich op de tussentijden van de NN-marathon Rotterdam app.
De 3:20 pacers zitten me op de hielen. Er komt er 1 heel snel voorbij om vervolgens een boom te zoeken voor een plaspauze. Dat stelt me wat gerust ervan uitgaande dat een plaspauze toch al gauw 20 à 30 seconden duurt.
Bij de drinkplaats op Laan op Zuid, net voorbij het 25km punt, erger ik me aan lopers die links een bekertje pakken en dan wandelend voor je langs kruisen om vervolgens midden op het parcours al wandelend hun bekertje leeg te drinken. Het zou niet de enige ergernis van die middag blijken. Wat zou het fijn zijn wanneer lopers zich wat meer bewust zijn van lopers die niet hoeven te stoppen voor een bekertje en willen blijven doorrennen.
Hoe zat het met mijn tussentijd? Ik heb wel iets zien staan op de tijdregistratie maar ik ben er niet meer zo mee bezig als in het eerste deel. Mijn horloge geeft aan dat mijn tempo met enkele seconden daalt. Mijn horloge geeft bij 25 kilometer ook aan dat ik nog net geen minuut achterloop op mijn schema. Maar de 3:20 pacers zitten nog achter mij. Dus ik zit nog goed. Maar ik durf niet om te kijken. Op het Wilhelminaplein is het nog altijd feest. Ik sla rechtsaf en ga voor de tweede maal de Erasmusbrug op. Die hinde van eerder die ochtend is in geen velden of wegen meer te bekennen. M’n benen voelen zwaar en de wind is nu tegen. Het kost me meer moeite nu de vermoeidheid toeneemt. In m’n ooghoek zie ik de 3:20 pacers langszij komen. Als het dan moet gebeuren, kon de timing eigenlijk niet beter. Ik besluit direct om een plek in de groep te veroveren zodat ik kan schuilen voor de wind. Nu is het zaak om in deze groep te blijven tot aan de finish. Het valt me op dat het lopen iets gemakkelijker gaat nu ik uit de wind loop en door het groepje wordt meegezogen. Dat makkelijke blijkt van korte duur wanneer ik na het tunneltje op de Blaak weer omhoog moet. Maar het lukt me om aan boord te blijven. We gaan onder de kubuswoningen door. Het idee dat ik straks hier in tegengestelde richting loop met nog maar 1 kilometer te gaan, doet me beseffen dat het nog een heel pleuris-end is. Datzelfde gevoel heeft me de gehele Mariniersweg niet meer losgelaten. Gelukkig is daar Oostplein en vervolgens Crooswijk. Door de gezelligste straat van Rotterdam (tijdens de marathon). Wat een sfeer, wat een publiek, wat een muziek. Een waar volksfeest. Is het ooit zo druk geweest langs het parcours van de Rotterdam marathon?
Het 30 kilometerpunt komt eraan. Maar ook het grote enge bos. Het beruchte bos. Waar veel lopers moeten rekken en strekken, overgeven, huilen, spugen of zelfs opgeven. Ze zeggen vaak; ‘als je het bos doorkomt, ga je ook de finish over. Na het bos geef je namelijk niet meer op. Bij de tijdregistratie van 30km constateer ik dat ik blijkbaar weer iets heb moeten prijsgeven op zowel mijn tempo als mijn tussentijd. Het verschil is nu iets meer dan een minuut. De benen begin serieus stijf te voelen. Dat is het moment dat ik de 3:20 pacer groep iets moet loslaten. Maar het voelt als opgeven. Ik stribbel nog wat tegen. Ik blijf ze op ongeveer 50 meter volgen. Ik blijf me concentreren op de ideale lijn. Ik wil, zeker nu, geen stap te veel zetten. Het begint zeer te doen. Bij een drankpost is het zo verleidelijk om even te wandelen. NEE !!! niet wandelen. Ik weet dat het dan gebeurt zal zijn. Dan ben je klaar. Nog een extra gel met cafeïne erin. Hopelijk helpt het (weet ik nu na afloop nog steeds niet). Mijn hartslag is nog goed. Maar mijn tempo daalt. Met hangen en wurgen probeer ik het verval niet al te groot te laten worden. De tijdregistratie bij het 35 kilometer punt is onverbiddelijk. Ruim twee minuten achter op het oorspronkelijke schema. Ik troost mijzelf met de gedachte dat ik bezig ben met een enorme tijdsverbetering ten opzichte van vorig jaar. En ik haal ook nog wel steeds lopers in. Ik herken er enkelen die mij eerder gepasseerd zijn. Ik ben niet de enige die het zwaar heeft. In Crooswijk word ik weer gesteund door de sfeer en het publiek. Er komen nog honderden lopers mij tegemoet. Die moeten allemaal nog het Enge Bos door. Daar ben ik gelukkig inmiddels al lang voorbij. Ik zit in de laatste 3 kilometer. Rechtsaf en dan onder de kubuswoningen door. Ik besluit een tempoversnelling in te zetten. Mijn betonbenen protesteren. Het doet zeer, maar ik wil het niet voelen. Ik denk aan de finish. Maar het stuk tot aan de laatste bocht lijkt iedere seconden meters langer te worden. Het gejoel neemt toe als ik door de laatste bocht ga. Meerdere mensen hoor ik mijn naam roepen in combinatie met ‘hou vol’, ‘nog even’ of ‘je kan het’. De finish is nog niet zichtbaar. Ik zie wel de tijd. Ik zet nog meer aan. Het knikje door. IK ZIE DE FINISH!!! Dit wordt mijn eindsprint (als je 10 seconden sneller zo mag noemen). Ik zie het publiek maar ik hoor ze niet meer. In mijn ooghoeken zie ik seconden wegtikken. Mijn poten doen pijn. Het voelt als steltlopen. Ik bijt op mijn lippen. De tijd tikt …. FINISH!!!!
Ik wandel en mijn benen lopen direct vol. Dan ben je klaar. Het is gebeurd. Maar nu mag het. Het gekke is dat wandelen direct zeer doet nadat je zojuist nog 42 kilometer aan het rennen was. Met de 3:20 pacers loop ik richting medailles.
De wandeling naar de medaille voelt als een triomftocht.
De wandeling naar stadhuisplein voelde euforisch.
Het biertje erna proefde als levenselixer.
Het nagenieten voelt als overwinning.
Genoten van #de mooiste
Dankjewel supporters
Dankjewel Rotterdam
Hallo Duinkerken!